Noodzakelijke aanvulling sociale zekerheid.
Heeft u er al eens bij stilgestaan wat er gebeurt als:- U door een ernstige ziekte of een zwaar ongeval langdurig arbeidsongeschikt raakt?
- Uw inkomen valt weg.
- De uitgaven blijven gewoon doorlopen en de kosten lopen hoog op.
- De financiële druk voor u en uw gezin wordt erg zwaar.
Dankzij het gewaarborgd inkomen kan u in deze moeilijke situatie financieel het hoofd boven water houden.Een noodzakelijke aanvulling op de sociale zekerheid.
Een langdurige arbeids-ongeschiktheid komt heel hard aan en de tegemoetkoming van de sociale zekerheid is vaak ontoereikend. De eerste maand ontvangt u als zelfstandige helemaal niets. De volgende maanden of jaren zijn de uitkeringen beperkt.
Wat waarborgt het gewaarborgd inkomen?
U beslist zelf welke waarborgen u wil onderschrijven: ziekte of ongeval of beide.
Het Gewaarborgd Inkomen biedt u een optimale inkomensbescherming bij het volledige of gedeeltelijke verlies van uw beroepsinkomen door ziekte of ongeval dankzij de uitgebreide waarborgen, de flexibele formules en de gunstige fiscaliteit.
U heeft de keuze uit 3 uitkeringssystemen:
- Constante rente: de rente en premie blijven gelijk tijdens de volledige looptijd van de verzekering.
- Toenemende rente: de uitkering stijgt na 1 jaar arbeidsongeschiktheid jaarlijks met 2 of 3% naar keuze, telkens berekend op het vorig bedrag. Na de invaliditeit wordt de rente teruggebracht tot het beginbedrag. De premie blijft ongewijzigd.
- Optimaal toenemende rente: zowel de voorziene rente als de uitkering bij arbeidsongeschiktheid als de premie stijgen jaarlijks automatisch met 2 of 3% naar keuze, berekend op het beginbedrag. De stijgingen gebeuren hier dus vanaf het begin.
- U kiest de dag vanaf wanneer u een uitkering wil: 15, 30, 60, 90, 180 of 365 dagen.
- U bepaalt de leeftijd tot wanneer u over een vervangingsinkomen wil beschikken: 55, 60 of 65 jaar.
- U kan de premies volledig fiscaal in mindering brengen. De premies worden immers beschouwd als een aftrekbare beroepskost, in het kader van de ‘werkelijk bewezen’ beroepskosten.